De vraag kan gesteld worden of de muziek van Bach zoals in het WTK1 opgenomen, te automatiseren is. De hoofdstructuur zou nagebootst kunnen worden met het meegeven van een aantal parameters zoals de frequentie van terugkeren van subject/contrapunt in tonica en dominant en de al dan niet ontwikkeling naar de parallel en subdominant.
De belangrijkste keuze is de samenstelling van het thema en het contrasubject, waarbij de reikwijdte, het maximum en minimum, de repetering van een patroon, melodielijnen, intervallen incl. octaafpunt tussen thema en contrasubjecten belangrijke elementen zijn. Gedacht kan worden vanuit een basisvorm van het thema en contrasubject. Ontwikkeling gebeurt op basis van het toepassen van muzikale eenheden en principes zoals omkerend contrapunt en aaneensluiting van getransponeerde muzikale eenheden.
Opvallend is de zeer grote consistentie en gestructureerdheid in de latere stukken. Vroege stukken zijn minder gestructureerd en bestaan minder uit bouwstenen. In dit kader kan aan de authenticiteit van bwv 999 (uit sechs kleine praeludien) getwijfeld worden. Van bwv 999 bestaat geen autograaf, het niet modulaire karakter is a-typisch voor Bach of wijst op een vroeg werk.
In de stukken van het WTK staat structuur boven eventuele ongebruikelijke klanken of volgordes, de structuur maakt complexe verweving mogelijk. De toepasbaarheid van thema en contrasubjecten en onderdelen daarvan is een vooraf duidelijk uitgangspunt. Octaven zijn een essentieel onderdeel van de constructie.
Latere aanvullingen van de stukken hebben verschillende achtergronden. Bijvoorbeeld het meer in lijn brengen met een meodielijn of de vergroting van complexiteit (zie bijvoorbeeld sinfonia 9). Dit komt vooral voor bij de inventionen en sinfonien. Maar ook bijvoorbeeld in praeludium 1 van het WTK1. Andere aanvullingen lijken zuiver gericht op de vergroting van de lengte van het stuk, dit komt in het WTK1 het meeste voor, bijvoorbeeld in praeludium 6 die aangevuld is met een relatief gestructureerder stuk. Ook wordt vaak een orgelpunt toegevoegd ter verlenging. Van 11 praeludiums uit het WTK is bekend dat er een vroegere versie bestond omdat zij in het Klavierbuchlein für Wilhelm Friedemann Bach voorkwamen. Een praeludium die hier niet toe behoort maar ook in aanmerking voor een vroege aangevulde versie komt is praeludium 21.
Grafieken geven een snel inzicht in de structuur. Met name de relaties, in horizontale en verticale zin zijn relatief eenvoudig vast te stellen. Grafieken kunnen ook behulpzaam zijn in het onderzoek naar de consistentie van de stukken en het modulaire karakter van de stukken.