In het WTK zijn verschillende plekken aan te wijzen waar de muziek zich niet houdt aan de theorie van bijvoorbeeld het contrapuntisch componeren of theorie die bekend is over Fuga’s.
Belangrijk hierbij is het om te realiseren wanneer verschillende muziek theorie is ontstaan. Fux beschreef in het Gradus ad Parnassum (1725) de theorie die hij ontwikkelde op analyse van Palestrina (1525-1594). Dit betreft de compositie wijze die voor Bach lag. In het werk van Bach zitten elementen daaruit en ook elementen van de bass continuo, maar daarnaast een geheel eigen manier van harmoniseren.
Jean-Philippe Rameau schreef vrijwel gelijk met het WTK zijn theorie over de functionele harmonieleer in ‘Traité de l’harmonie réduite a ses principes naturels ((1715-1722), 1722 Auvergne) en Nouveau Systeme de musique theorique (1726, Parijs) waarmee de basis werd gelegd van de moderne muziektheorie voor akkoord- en harmonieleer.
De theorie van Fux was dus enigszins achterhaald, die van Rameau nog niet gangbaar. Bach gebruikte toen gangbare regels maar week daar ook vanaf.
Een interessante vraag is of afwijkingen van de gangbare regels verklaard kunnen worden met andere regels cq principes.
Hieronder een aantal onderzochte bijzonderheden;
Bekende regels zoals het vermijden van parallele octaven en kwinten, en doubling regels waren toen gebruikelijk. In de stukken van Bach zijn verschillende afwijkingen hiervan te vinden.
SAAS van fuga 1.fuga 1
Octaven in spiegelpunten of aan het eind.fuga 10